Knuffels


Toen onze zoons ongeveer zes jaar oud waren heb ik hun knuffels weggedaan. Dat vertelde ik vandaag aan mijn tandarts en hij vond me een slechte moeder. Ik geef hem groot gelijk. Wat bezielde me om mijn zoons hun knuffels af te pakken? Ik had zelf niets met knuffels. We hadden een schattige teddybeer en een blauwe olifant en die vond ik echt wel mooi, maar niet iets om mee te knuffelen. Ik ben er niet groot mee geworden en kon me ook niet voorstellen dat mijn kinderen er aan gehecht waren.

Inmiddels denk ik daar anders over. Juist voor jongens is het goed om een knuffel te hebben, iets om te koesteren. Dat geldt natuurlijk ook voor meisjes (en volwassenen). Het kan ook een zacht kussen of dekentje zijn. Een knuffel kan steun geven en een gevoel van veiligheid bijvoorbeeld bij het slapen. Dat is niet iets om je voor te schamen. Bij aanraking of een knuffel van mens tot mens komt het knuffelhormoon oxytocine vrij. Ik wist het niet maar een knuffeldier of zelfs het kijken naar een schattig dierenplaatje zorgt ervoor dat je oxytocine aanmaakt.

Ooit deed ik een visualisatie oefening. Ik vertelde dat ik angstig was en ik voelde mijn lichaam helemaal trillen. De begeleider van de oefening vroeg me om mijn ogen te sluiten en me een beeld te vormen van dat gevoel. Ik stelde me een klein wit trillend konijntje voor dat zijn moeder kwijt was. Door mijn voorstellingsvermogen te gebruiken wist ik wat dat konijntje nodig had: geknuffeld worden. Sinds die oefening kan ik de beweging die ik maakte om dat kleine schattige konijntje te troosten, gebruiken om mezelf rustig te krijgen als ik iets spannends moet doen.

Knuffels kunnen dus je emoties reguleren, het leert een kind om zich te hechten en ergens voor te zorgen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor hun knuffel en het verliezen van een knuffel is voor kleine kinderen een ramp. Ik denk aan het prachtige boek Monkey van Dieter Schubert. Dat boek heb ik trouwens niet weggegooid.

Toen ik vandaag bij de tandarts in de wachtkamer zat werd ik steeds onrustiger. Ik ben bang voor de tandarts. Toen ik heb ook even een denkbeeldig konijntje geknuffeld en de beweging hielp om mijn hartslag naar beneden te krijgen. Vanuit mijn hart zeg ik tegen alle ouders met opruimwoede: doe de knuffels van je kinderen niet weg!